Wat is compost?
Compost is verteerd en organisch afval, voelt aan als rulle grond en ruikt een beetje naar bosgrond. Een goede composthoop kan in zes tot negen maanden compost produceren. Deze compost gebruik je in je tuin om de bodemkwaliteit te verhogen.
Compost verbetert je bodem op veel manieren:
- Luchtigheid in de grond, dit zorgt ervoor dat je planten beter kunnen wortelen
- Neutraliseert de PH waarde in je grond; maakt het minder zuur
- Draagt bij aan de vruchtbaarheid van je grond, zodat je een goede oogst uit je moestuin krijgt
- Bevat voedingsstoffen voor planten en wormen
- Verhoogt de humuswaarde in de grond
- Bevat veel bodemorganismen zoals bacteriën, schimmels en regenwormen
Composthoop, -bak, of -bakken?
Composteren kan op een hoop manieren, er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Heb je een grote tuin? Kies dan, net als ik, voor minimaal drie compostbakken. Dat is verreweg de meest ideale manier om te composteren. Dan heb je steeds één bak die je continu vult, één bak die aan het rusten is en één bak waaruit je kan oogsten. Heb je deze ruimte niet? Kies dan voor een compostbak of hoop. Een hoop kun je bijvoorbeeld maken door een stuk in je tuin af te zetten met kippengaas. Daarbinnen gooi je dan al je afval. Het voordeel hiervan is dat de hoop altijd vochtig genoeg is. Regenwater valt er bovenop en zakt onderaan weer in de grond. Het is overigens ook de meest voordelige keuze. Het nadeel is dat er meer ongedierte in kan komen en voor de nette tuinierders ziet het er minder netjes en geordend uit. Maar je kunt ook gebruik maken van een compostvat (informeer eens bij je gemeente, vaak kun je eentje kopen tegen gereduceerd tarief). Deze plaats je in de tuin direct op de kale grond. De bak heeft aan de onderkant gaten waardoor bodemorganismes het vat in en uit kunnen. Voordeel van zo’n vat is dat het vat extra opwarmt wanneer de zon erop staat en het volledig afgesloten is. Het nadeel kan de prijs zijn (als je er toch de volle prijs voor moet betalen) en de maatvoering. Het is een grote hoge bak die gauw zichtbaar is in je tuin.
Compost maken
Door plantaardig restafval op een hoop te gooien, gaat het natuurlijke afbreekproces van start. Bacteriën vermenigvuldigen zich snel en gaan aan de slag met het afbreken van organisch afval. Het verzamelen van dit organische afval en het proces wat zich in deze hoop afspeelt noemen we composteren. Composteren gaat in een aantal fasen.
Fase 1: het vullen van je compostbak
Doe je het volgens het boekje, dan vul je je compostbak totdat hij vol is en laat je hem daarna met rust. Vul je compostbak met gevarieerde bruine en groene materialen. Zorg ervoor dat je niet gelijk te veel van één materiaal op een hoop gooit en hak je materialen klein. Je kan eventueel onderin de bak een paar grove takken plaatsen. De takken houden namelijk zuurstof vast. Klein geworden compost valt er vanzelf tussendoor en wanneer het beneden ook vol is verteren de takken ook. Als je hier voor kiest, pak dan niet te dikke takken. Dat kost namelijk weer veel energie om te verteren.
Fase 2: Het begin van het proces
Na het vullen van de compostbak gaan bodemorganismen zoals bacteriën en schimmels zich voortplanten. Ze beginnen met het omzetten van je organische afval. Tijdens deze fase (die al binnen twee weken begint) kan de hoop behoorlijk oplopen in temperatuur. Dit kan zelfs boven de 50 graden uitkomen. Tijdens deze fase worden eventuele ziektekiemen en (onkruid)zaden vernietigd.
Fase 3: Draaien en mengen
Wanneer de bak weer afkoelt komen andere bodemorganismen je bak in. Je kan zelfs al een enkele regenworm tegenkomen. Draai je composthoop om het te luchten en alles goed te mengen en wacht rustig af. De hoop zal verder afkoelen en inzakken. Controleer of je hoop licht vochtig is. Je compost ziet er nu uit als bruine aarde gemengd met grove stukken. Let op je bak mag niet stinken! Doet het dat wel? Dan is de kans groot dat de bak te nat is. Laat de deksel op een warme dag eraf. Overtollig vocht zal dan verdampen.
Fase 4: Eerste compost
Na grofweg vier maanden heb je al compost, met hier en daar nog wat grove stukken. In deze compost zitten ook veel regenwormen, die de compost verder aan het verteren zijn. Regenwormen zijn goede bewoners van je composthoop. Ze houden de boel luchtig. Bovendien draagt hun ontlasting bij aan de vruchtbaarheid van je compost en later je bodem. Als je deze compost zeeft en de grove stukken terug in de bak doet, dan kun je het overblijfsel al gebruiken. Gooi echter niet grove stukken over je tuin. Als je dat doet, dan moet je bodem die grove stukken gaan verteren. Dit kost te veel energie, waarbij het goede effect van je compost verloren gaat.
Fase 5: Fijne compost
Laat nu de compost bak nog twee maanden onverstoord staan. Dan is echt alles verteerd en fijn. De compost moet ruiken naar bosgrond en aanvoelen als bijzonder losse, luchtige aarde.
Samenstelling compost
Het geheim van goede compost ligt in de samenstelling. Dit klinkt een stuk ingewikkelder dan het is. De basisregels zijn:
- Zorg voor een brede variatie in materialen
- Voeg steeds kleine beetjes toe, dus niet je halve bak met grasmaaisel vol kwakken.
Bruin:groen verhouding
Een compostbak moet een goede balans hebben tussen groen en bruin materiaal. Het onderscheid tussen deze materialen is vrij makkelijk te maken, omdat het materiaal meestal ook die kleur heeft.
Groene materialen zijn bijvoorbeeld: groente- en fruitresten, uitwerpselen van vogels/cavia’s/konijnen, gemaaid gras, klein vers snoeisel en onkruid.Deze materialen bevatten veel vocht, voedingsstoffen en stikstof.
Bruine materialen zijn droge materialen met een hoog koolstofgehalte, zoals houtsnippers, herfstbladeren, stro en takken. Koffie is een uitzondering op de ‘kleur’ regel. Vanwege het hoge stikstofgehalte valt koffie namelijk onder de groene materialen.
Bruine en groene materialen moeten in de juiste verhouding voorkomen in je composthoop. Deze verhouding is ongeveer 25:1 (koolstof:stikstof). Dit getal mag je ook gelijk weer vergeten. Ieder materiaal heeft zijn eigen verhouding koolstof:stikstof. Het is dus niet zo dat je veel meer bruine materialen moet toevoegen dan groene materialen. In de praktijk zul je zien dat het goed is om ongeveer even veel van beide materialen in de compostbak te doen. Je komt dan redelijk in de buurt van een goede verhouding. Een tweede aandachtspunt is dat je de materialen altijd in kleine hoeveelheden toevoegt. Dus niet al het grasmaaisel van je tuin in 1x toevoegen. Meng kleine beetjes van verschillende materialen, dan ben je goed bezig!
Wil je graag meer lezen over de 25:1 verhouding? Google dan maar eens op termen als: “C-N ratio compost”.
Maar waarom is deze verhouding van belang?
In een compostbak ontstaan veel bodemorganismen. Deze organismen zetten het organische materiaal om in compost. Zij planten zich in rap tempo voort in je compostbak. De belangrijkste elementen die ze nodig hebben om te leven zijn koolstof en stikstof in de verhouding 25:1. Hoe dichter je compostbak in de buurt van deze verhouding komt, des te sneller zullen deze bodemorganismen zich voortplanten.
JA en NEE, wat mag wel/niet in je compostbak?
JA
- grasmaaisel
- onkruid (echter niet zaaddragend)
- klein snoeiafval
- uitwerpselen van herbivoren
- groente- en fruitafval
NEE
DIT MAG NIET IN JE COMPOST | Uitleg |
Gekookt voedsel | De structuur van dit materiaal is veranderd tijdens het kookproces. Het wordt hierdoor niet juist afgebroken door de bodemorganismen en zal gaan schimmelen. Dit onttrekt zuurstof uit de bak, waardoor bodemorganismen sterven. Daarnaast bevat het vaak ook vet en/of zout, wat moeilijk verteert, en trekt het ongedierte zoals muizen aan. |
Dierlijke resten | Dierlijke resten hebben een ander afbreekproces dan plantaardig afval. Bovendien kan het ook ongedierte aantrekken zoals muizen. |
Zieke planten(resten) | Compostbakken bereiken hoge temperaturen. Toch zijn deze niet altijd hoog genoeg om alle ziektekiemen te vernietigen. Door zieke planten in de compostbak te doen loop je risico om deze ziekte over je hele tuin te verspreiden. |
Bespoten planten(resten) (gif) | Ook gif blijft bewaard in de compostbak. Streef ernaar helemaal geen gif in je tuin te gebruiken. Doe je dit toch, houd het dan buiten je compostbak. |
Citrusschillen | De bacteriën in ons Nederlandse klimaat zijn onvoldoende uitgerust om citrusschillen te verteren. Deze blijven dus lang in je compostbak liggen en verbruiken te veel energie om te verteren (als ze überhaupt verteren). Citrusschillen kan je beter in je GFT bak doen. |
Aardappelschillen | Aardappelschillen vergiftigen als het ware je compostbak. Het duurt te lang om ze te verteren. Gooi ze in je GFT bak. |
Grote hoeveelheden van 1 materiaal | Gooi altijd kleine beetjes van verschillende materialen in je compostbak. Een te grote hoop van 1 materiaal kan verstikken. Meng bijvoorbeeld je grasmaaisel met het andere organische materiaal, zodat de bak gevarieerd en zuurstofrijk blijft. |
Hele stukken van iets zoals een hele appel | Grote delen doen er langer over om verteerd te raken. Het kan op de verkeerde manier gaan rotten. Een hele appel zal eerder gaan rotten en schimmelen (wat weer zuurstof uit je bak verwijdert), dan op een juiste manier afbreken. Snijd hem dus in stukjes om dit te voorkomen. |
Onkruid met zaden | Pas op met onkruid met zaden. In principe horen deze zaden vernietigt te worden tijdens de hete fase van het composteringsproces. Echter, als dit niet alle zaden vernietigt, loop je risico om onkruid door je hele tuin te verspreiden. Let dus ook op met tomatenpitjes. |
Toepassing compost
Je kan je bodem niet beter verrijken dan met compost. Simpel gezegd strooi je iedere herfst een dikke (3 a 4 cm) laag compost over je tuin heen. Dit zal gedurende de winter in je bodem zakken. Bodemorganismen helpen dit proces te versnellen. Ze komen vanuit je grond omhoog om de compost met je grond te vermengen. Wanneer regenwormen dit doen, creëren ze veel tunnels (luchtigheid) in je bodem. Hun ontlasting is ontzettend vruchtbaar voor planten. Door dit hele proces wordt je grond luchtig, vol met bodemorganismen en organisch materiaal (humus). Het is op ieder grondtype toepasbaar. Heb je een kleigrond? Dan zal de compost je grond beter vochtdoorlatend maken en meer zuurstof geven. Heb je een zandgrond? Dan zal de compost meer vocht vasthouden en voedingsstoffen vasthouden. Kortom: met compost zit je altijd goed.